AANDACHTSPUNTEN GECOMBINEERDE OPGAVE EN GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID OPGAVE

Dit artikel is geplaatst op 26-08-2024

In deze nieuwsbrief praten we u bij over diverse aandachtspunten en wijzigingen binnen de gecombineerde opgave, het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het mestbeleid. Ook geven we een doorkijk naar de ontwikkelingen binnen de opgave voor 2025.


Aanvullende gegevens voor alle bedrijven

In januari 2025 moeten alle landbouwbedrijven ‘Aanvullende gegevens’ over 2024 indienen. Dit betekent dat o.a. ook akker- en tuinbouwbedrijven hieraan moeten voldoen.

Aanvullende gegevens begin 2025 indienen

Derogatiebedrijven en veel bedrijven met landbouwhuisdieren moeten al diverse jaren ‘Aanvullende gegevens’ indienen bij RVO. Nieuw is dat u dit nu ook moet doen als u bijvoorbeeld een akker- of tuinbouwbedrijf of een extensief veehouderijbedrijf heeft. U geeft uw ‘Aanvullende gegevens’ op in januari 2025. Het gaat hierbij o.a. om de eindvoorraden (kunst)meststoffen 2024 en de aanvoer van kunstmeststoffen in 2024.

Verplicht elektronisch mestregister

Met deze opgave geeft Nederland invulling aan het elektronische mestregister dat verplicht is vanuit de derogatie. Het register moet inzicht geven in het stikstof- en fosfaatgebruik op uw bedrijf. Met de ‘Aanvullende gegevens ’ en uw gegevens uit de Gecombineerde opgave heeft RVO voldoende informatie om het verplichte mestregister voor u te vullen.


Bodembedekking najaar kleigrond vervallen

In het kader van enkele versoepelingen van de GLB-conditionaliteiten is de verplichte bodembedekking in het najaar op kleigrond komen te vervallen.

GLMC 6: Minimale bodembedekking

Binnen GLMC 6 was o.a. de verplichting opgenomen dat op bedrijfsniveau op kleigrond, tussen 1 augustus en 30 november, minimaal 80% van het bouwland gedurende 8 weken bedekt moet zijn. Deze verplichting is vervallen.

Overige voorwaarden blijven ongewijzigd

De overige voorwaarden van GLMC 6 zijn nog steeds van toepassing. Het gaat hierbij om:

  • Het verplicht bedekken van de bodem op grond die uit productie is genomen.
  • Het verplicht telen van een vanggewas na mais op zand- en lössgrond en, voor derogatiebedrijven, op klei- en veengrond in een NV-gebied.
  • Diverse graslandvernietigingsregels voor het najaar.

De laatste twee voorwaarden zijn ook verplichtingen vanuit de mestwetgeving.


Vanaf 2025 geen ‘4% niet-productief areaal’

Het is de bedoeling dat de GLB-conditionaliteiten in 2025 verder worden versoepeld. Waarschijnlijk hoeft u in 2025 geen 4% niet-productief areaal aan te leggen.

GLMC 8 ‘niet-productief areaal’

Vanuit GLMC 8a bent u dit jaar verplicht om minimaal 4% van het bouwland te bestemmen voor niet-productief areaal (NPA). Er geldt nu al een versoepeling (derogatie) van de NPA-verplichting: u kunt uw NPA ook invullen met vanggewassen en/of stikstofbindende gewassen. U bent ook vrijgesteld zijn van deze verplichting als u bijvoorbeeld > 75% grasland heeft.

Vervalt vanaf 2025

Op Europees niveau is al vastgelegd dat de verplichting om 4% NPA aan te leggen per 2025 vervalt. Het ministerie heeft inmiddels aangegeven dat dit ook in Nederland wordt doorgevoerd. De Nederlandse GLB-regeling moet nog wel worden aangepast.

Makkelijker voldoen aan conditionaliteiten

Door het vervallen van dit onderdeel van GLMC 8 is de impact van de GLB-conditionaliteiten veel minder geworden. De meeste andere GLMC’s zijn immers al wettelijke verplichtingen.

Niet-productief areaal stimuleren via de ecoregeling

Nederland wil de aanleg en het instandhouden van NPA blijven stimuleren via de (vrijwillige) ecoregeling. Niet-productief areaal is immers van belang voor o.a. de biodiversiteit.


Gecombineerde opgave actueel houden

Het is alweer enige tijd geleden dat u uw Gecombineerde opgave (GO) heeft ingediend. Nu kan het voorkomen dat bepaalde zaken gewijzigd zijn of dat achteraf blijkt dat de GO niet helemaal juist is ingevuld. U bent dan verplicht om de GO aan te passen en opnieuw in te dienen. U moet uw GO immers actueel houden.

Doorgeven wijzigingen

Zaken die u verplicht bent om door te geven zijn o.a.:

  • Wijzigingen in het hoofd- of vanggewas dat u teelt of gaat telen.
  • Inzaaidatum of -periode van uw vanggewas.
  • Perceel dat u alsnog wilt inzetten als verplicht rustgewas op zand/löss, middels het telen van een korte hoofdteelt gevolgd door een onbemest vanggewas (inzaai voor 1 september).
  • Noemenswaardige hinder (> 90 dagen) op het perceel.
  • Niet of niet volgens de voorwaarden uitvoeren van eco-activiteiten.
  • Percelen en landschapselementen die u in gebruik had op 15 mei, maar vergeten bent om op te geven.
  • Percelen en landschapselementen die u wel heeft opgegeven, maar toch niet in gebruik had op 15 mei.

Tijdig intrekken eco-activiteiten

Heeft u eco-activiteiten opgegeven met de GO? En voert u bepaalde eco-activiteiten niet uit, of voldoet u (deels) niet aan de voorwaarden? Zodra dit bekend is moet u de eco-activiteit intrekken. Het is ook mogelijk om het perceel te splitsen in een perceel met eco-activiteit en een perceel zonder.

Het is niet de bedoeling dat u wacht tot het indienen van uw definitieve aanvraag.

Tijdstip melden soms duidelijk, niet altijd

Bij bijvoorbeeld de eco-activiteit ‘vroeg ras rooigewas uiterlijk 31 augustus’ is het op 1 september duidelijk of het gewas uiterlijk 31 augustus is gerooid. Als dat niet het geval is, moet de eco-activiteit ‘direct’ worden ingetrokken.

Bij diverse eco-activiteiten is het lastiger te bepalen wanneer niet (meer) wordt voldaan of niet aan de voorwaarden kan worden voldaan. Dit geldt bijvoorbeeld voor de eco-activiteit ‘weidegang’ (zijn uren weidegang nog steeds haalbaar of niet?). Dan is het moment van intrekken moeilijker te bepalen.


Uitstel uitrijperiode drijfmest grasland

De uitrijperiode voor drijfmest op grasland is voor 2024 verlengd tot uiterlijk 15 september (was 31 augustus). Dit uitstel geldt voor alle grondsoorten.


Uitstel inzaai vanggewas nog niet bekend

Op het moment van schrijven was nog geen duidelijkheid over een mogelijke uitstel van de (verplichte) inzaaidatums voor vanggewassen op zand en löss. Eerder is aangegeven dat hierover uiterlijk 1 september een besluit wordt genomen.


2025: GLB—aanvraag via GO

Vanaf 2025 vervalt de GLB-aanmelding. Met de GO vraagt u direct uw GLB-subsidies aan. U moet wel t/m 15 oktober uw GO actueel houden. Inclusief het intrekken van eco-activiteiten, indien dit van toepassing is. De GO die u het laatst heeft ingediend (uiterlijk 15 oktober) is leidend voor de uitbetaling van uw GLB-subsidies. Het indienen van de definitieve aanvraag in de periode van 15 oktober t/m 30 november komt vanaf 2025 te vervallen.


Controleer uw berekening gebruiksnormen

Afhankelijk van de mestsoort (drijfmest of vaste mest) en het gebruik (grasland of bouwland) zijn er nog mogelijkheden om dierlijke mest aan te wenden. Stikstofkunstmest mag u t/m 15 september aanwenden. Bij bepaalde teelten, bijvoorbeeld vollegrondsgroente, geldt een langere aanwendperiode voor stikstofkunstmest.

Bepaal op basis van uw gebruiksnormenberekening welke ruimte u nog heeft voor het aanwenden van meststoffen.

Wanneer u vragen heeft of hulp nodig hebt bij de doorvoer van wijzigingen staan de adviseurs van Geling Advies voor u klaar.