NIEUWE PROVINCIALE OMGEVINGSVISIE LIMBURG (POVI)

Dit artikel is geplaatst op 03-07-2025

Van maandag 26 mei 2025 tot en met maandag 7 juli 2025 ligt het Ontwerp Provinciale Omgevingsvisie Limburg (POVI) ter inzage. De Provinciale Omgevingsvisie gaat over hoe Limburg er in de toekomst (2025-2030) uit moet zien en hoe daar samen aan gewerkt kan worden.

De Provinciale Omgevingsvisie Limburg is het strategisch plan voor de fysieke leefomgeving in Limburg. Het biedt een integrale leidraad voor de inrichting, het beheer en het gebruik van de schaarse ruimte in de provincie. In deze nieuwsbrief zetten we voor u de belangrijkste punten op het gebied van ondernemen in het buitengebied op een rij;

Om sturing te geven aan haar ambities in ruimtelijke ontwikkeling hanteert de provincie een gebiedsdekkende indeling in 7 zones:

  • Natuur Netwerk Limburg (NNL)
  • Groenblauwe landbouwzone (GBLZ)
  • Primair landbouwgebied
  • Verwevingsgebied
  • Stedelijk gebied
  • Landelijke kernen
  • Werklocaties.

In beginsel zijn toevoegingen van niet-agrarische functies in primair landbouwgebied niet toegestaan. Reden hiertoe is het niet willen toevoegen van nieuwe beperkingen aan land- en tuinbouw bedrijven. Wel kunnen er uitzonderingen gemaakt worden mits goede motivering aanwezig is.

  • De provincie ziet in het NNL en bebouwd gebied geen perspectief voor agrarisch hergebruik, behalve als dit past binnen het land- en tuinbouwperspectief voor NNL of het bebouwd gebied.
  • Wanneer een VAB waar nog geen veehouderij met milieubelastende activiteit gevestigd was wordt hergebruikt voor een veehouderij met milieubelastende activiteit is dit alleen in de groenblauwe landbouwzone, verwervingsgebied en primair landbouwgebied incidenteel toegestaan. Incidentele nieuwvestiging op landbouwgrond is toegestaan als dat leidt tot een significante verbetering (ruimtelijk en milieu) op een andere locatie.
  • Binnen het primair landbouwgebied worden in beginsel geen nieuwe niet-agrarische functies toegestaan. In geval van bedrijfsbeëindiging worden bedrijfswoningen niet omgezet naar burgerwoning. Er wordt onderzocht of dit plattelands- of voormalige bedrijfswoningen kunnen worden.

Verwaarding van mest en agrarische reststromen op eigen bouwvlak van bestaand agrarisch bedrijf

  • Toegestaan in primair landbouwgebied
  • Niet gewenst in verwervingsgebied of groenblauwe landbouwzone, incidenteel toegestaan.

Coöperatieve verwaarding mest en agrarische reststromen op vrijkomende bouwvlakken

  • Uitsluitend primair gebied
  • Mest van binnen een straal van 20 kilometer

Grootschalige verwaarding van mest en agrarische reststromen

  • Direct of nabij bedrijventerreinen
  • Focus grootschaligheid regio minder belangrijk

Belangrijke punten groenblauwe landbouwzone

  • Agrarisch grondgebruik dat rekening houdt met de kwetsbaarheden van de betreffende gebieden op vlak van water en natuur
  • Behoud van grasland en teelttechnieken ten dienste van water- en natuuropgaven
  • Mogelijk verhoogd grondwaterpeil
  • Extensieve landbouw wordt hier gestimuleerd

Zonering binnen groenblauwe landbouwzone

  • Beekdalen; beken moeten hier zoveel mogelijk ruimte krijgen. Er geldt hier geen normering tegen wateroverlast. Watervriendelijk extensieve landbouw die bestand is tegen hoge grondwaterstanden.
  • Natte laagten; deze gebieden zijn belangrijk voor het watersysteem voor hun sponswerking, de provincie ziet hier mogelijkheden voor landbouw die kan omgaan met hogere waterpeilen en vernatting
  • Hellingen; het is hier zaak om de afstroming van water en landbouwgrond te beperken, grasland bosschages, natuur en bos kunnen hierbij helpen
  • Overgangsgebieden rondom N2000; om duidelijkheid te geven dat hier in de toekomst maatregelen zijn te verwachten die kunnen leiden tot gevolgen voor het grondgebruik – zoals regels omtrent gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen, hogere grondwaterstanden en vernatting − zijn deze gebieden rond de kwetsbare Natura 2000-gebieden als zoekgebieden in deze omgevingsvisie opgenomen.

Stikstof, doelen halen in 2030

  • Verlagen van de stikstofdepositie door (generieke) bronmaatregelen en doelsturing (mogelijk intrekken latente ruimte)
  • Voor maatregelen met betrekking tot stikstof kiezen we voor een gedifferentieerde aanpak per gebied. Onderzoek en een daarop gebaseerd gebiedsproces zullen duidelijk maken welke instrumenten ingezet moeten worden in deze gebieden en zullen de begrenzing van de gebieden nader bepalen.

De volledige Provinciale Omgevingsvisie Limburg vindt u via onderstaande links:

Heeft u advies nodig omtrent het bovenstaande bel ons gerust.