STIKSTOFPLANNEN KABINET

Dit artikel is geplaatst op 01-08-2022

Het zal niemand ontgaan zijn dat het kabinet haar stikstofplannen bekend heeft gemaakt en dat de gevolgen voor vooral de landbouwsector groot zullen zijn. Gelet op de grote haast die de regering heeft, is het de vraag in welke mate het beleid nog af te remmen en bij te stellen is. Dat dit nagestreefd wordt door de gehele sector blijkt wel uit de vele acties die al zijn ondernomen en nog op de rol staan. De afgelopen jaren heeft de sector op veel wijzen al haar bijdrage geleverd aan het reduceren van de emissies. Dit moet duidelijker naar voren komen, waarbij ook de vraag beantwoord moet worden wat de invloed hiervan is (geweest) op de huidige plannen? Zo hebben veehouders in Brabant al vergaande technieken als luchtwassers moeten toepassen op grond van regels van de provincie. Zij kunnen nu niet dan wel minder makkelijk nog verder reduceren. Daarbij is onze rol als adviesbureau u als ondernemer te ontzorgen en aanspreekpunt te zijn in deze roerige tijden. Neem bij vragen dus gerust contact op.

Regeringsbeleid
In het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar’ is de grote opgave in het landelijk gebied geschetst, waarin de natuur beschermd moet worden, de biodiversiteit hersteld en tegelijkertijd perspectief wordt geboden aan de agrarische sector. Dit laatste is nu uitgewerkt in de Kamerbrief ‘Perspectieven voor agrarische ondernemers’ die in samenhang moet worden bezien met de startnotitie van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De NPLG-startnotitie bevat een (indicatieve) kwantificering van de reductieopgave per gebied. Naar verwachting is 39kton emissiereductie van NH3 nodig om ten minste de wettelijke omgevingswaarde van 74% onder de KDW te behalen. Dit komt overeen met een daling van ongeveer 40% van de stikstofemissies uit de landbouw, bovenop de verwachte daling uit het basispad (circa 10 kton NH3) ten opzichte van ijkjaar 2018. Dit Basispad is de depositie voor het prognosejaar 2030 uit AERIUS Monitor 2021 en bevat het beleid dat was vastgesteld voor 1 mei 2020, zoals de warme sanering varkenshouderij. Totaal gaat het dus om een halvering van de stikstofemissie ten opzichte van 2018! De regering wil dit als volgt realiseren.

De kaart is nog indicatief maar dat de gevolgen voor de landbouwsector (in een deel van de gebieden) heel groot zijn is duidelijk. De kaart toont de ruimtelijke gebiedsindeling voor stikstof per gebiedstype. De benodigde reductiepercentages variëren van 12%, het generieke reductiepercentage voor alle landbouwbronnen, tot 70% in de ring rondom stikstofgevoelige Natura2000-gebieden en 95% in de Natura2000-gebieden zelf. De boeren in en nabij Natura2000-gebieden zullen dus de grootste gevolgen ondervinden. Streven is om naast de doelstellingen voor stikstof ook de (regionale) doelstellingen voor natuur, klimaat en water op 1 juli 2023 definitief vast te stellen. Als er op 1 juli 2023 onvoldoende zicht is op concrete maatregelen om de doelen te halen dan zal het Rijk zijn bevoegdheden inzetten, zoals de inzet van RO-instrumenten om besluiten door te zetten en onteigenen.

Transitie landbouw- en voedselsysteem
Agrariërs zijn de deskundigen die weten wat wel en niet mogelijk is om een transitie van de landbouw mogelijk te maken. Hun daadkracht, vakmanschap, flexibiliteit, ondernemerschap en innovatieve kijk op oplossingen verdienen trots en waardering.

De richting die het uit moet is voor de hele agrarische sector eensluidend en is in het coalitieakkoord bevestigd: we gaan de omslag maken naar kringlooplandbouw. Bij kringlooplandbouw werken de land- en tuinbouw binnen de grenzen van natuur en klimaat, en dragen bij aan biodiversiteit en waterkwaliteit.

De minister wil en kan niet op de stoel van de ondernemer zitten door voor te schrijven hoe zijn of haar land- en tuinbouwbedrijf er in 2040 precies uit moet zien. De rol van de overheid is aan te geven welke doelen bereikt moeten worden en ondersteuning te bieden bij de investeringen en aanpassingen die hiervoor nodig zijn.

Het Rijk wil agrarische ondernemers ondersteunen en perspectief bieden door vijf ontwikkelrichtingen te schetsen die zij kunnen inzetten om toekomstgerichte keuzes te maken voor hun bedrijf.

  • Vrijwillige bedrijfsbeëindiging;
  • Technische innovatie;
  • Landschappelijke innovatie: extensiveren
  • Omschakelen
  • Verplaatsing

Het kabinet stelt tot en met 2035 ruim €24 miljard beschikbaar via een Transitiefonds voor het realiseren van de doelstellingen op het vlak van natuur, stikstof, water en klimaat en de daarvoor benodigde transitie in de landbouw en het landelijk gebied. Daarbij hebben ook de ketenpartijen en consumenten een rol en taak te vervullen.